Portefeuillehouder
H.J. Hofstra
Middelen
7.3 Algemene dekkingsmiddelen en stelposten | Rekening 2020 | Begroting 2021 ontwerp | Begroting 2021 na wijziging | Rekening 2021 | Verschil |
|---|---|---|---|---|---|
Lasten | 28 | 5.812 | 3.395 | -12 | 3.407 |
Baten | -175.334 | -170.747 | -172.317 | -177.100 | 4.784 |
Saldo | -175.306 | -164.935 | -168.922 | -177.113 | 8.191 |
x € 1.000 | |||||
Waardoor wijkt het af | Verschil | Waarvan | effect op: |
|---|---|---|---|
Lasten | Reserve | Rekening- saldo | |
1. Onvoorziene uitgaven | 140 | 0 | 140 |
2. Loon en prijsontwikkeling | 477 | 0 | 477 |
3. Nieuw beleid | 746 | 0 | 746 |
4. Onzekerheden perspectiefnota | 1.948 | 0 | 1.948 |
Overige kleine verschillen | 96 | 0 | 96 |
Totaal lasten | 3.407 | 0 | 3.407 |
Baten | |||
5. Provinciefondsuitkering | 4.649 | 0 | 4.649 |
6. Opcenten MRB | - 844 | 0 | -844 |
7. Vrijval voorziening 'Garantstelling personeel NLE' | 1.009 | 0 | 1.009 |
Overige kleine verschillen | -30 | 0 | -30 |
Totaal baten | 4.784 | 0 | 4.784 |
x € 1.000, - = nadeel | |||
Toelichting
Lasten
1. Onvoorziene uitgaven
Jaarlijks is in de begroting een bedrag geraamd voor onvoorziene uitgaven. Hiervan is in 2021 geen gebruik gemaakt.
2. loon en prijsontwikkeling
Het geraamde bedrag was bedoeld voor de kosten van een nieuwe CAO voor het provinciaal personeel. Omdat deze CAO pas in het najaar van 2021 definitief is geworden, is geen begrotingswijziging meer gemaakt. De kosten van de CAO zijn integraal verwerkt in de post 'Salarissen' binnen het onderdeel 'Bedrijfsvoering'.
3. Nieuw beleid
Dit budget was beschikbaar voor nieuwe initiatieven. Daarbinnen waren enkele oormerken opgenomen voor specifieke onderwerpen die nog nadere uitwerking of besluitvorming behoefden. Het beschikbare budget is niet volledig ingezet.
De beschikbare ruimte voor nieuw beleid is uiteindelijk voor een bedrag van € 0,75 mln. niet ingezet in 2021.
4. Onzekerheden perspectiefnota
De stelpost 'Onzekerheden perspectiefnota' was met name bedoeld als risicobuffer voor tegenvallende opbrengsten uit de opcenten op de motorrijtuigenbelasting bij toenemende elektrificering van het voertuigenbestand. Dit risico is ook opgetreden, waardoor de inkomsten uit opcenten MRB € 0,84 mln. zijn achtergebleven bij de raming. Omdat de werkelijke omvang pas aan het einde van het jaar blijkt, is hiervoor geen begrotingswijziging meer gemaakt.
5. Provinciefondsuitkering
De geraamde provinciefondsuitkering is voor het laatst bijgesteld bij de Zomernota 2021 en was gebaseerd op de septembercirculaire 2020. Nadien zijn de mei-, september- en decembercirculaire 2021 verschenen. De effecten van deze circulaires zijn niet meer in de begrotingsraming verwerkt. Uiteindelijk is de uitkering circa € 4,6 mln. hoger uitgevallen dan de raming. Deze toename wordt:
- voor € 1,6 mln. veroorzaakt door de uitbetaling van overschotten op het Btw-compensatiefonds in 2020 en 2021;
- voor € 1,1 mln. veroorzaakt door bijstellingen van met name inwonertallen, maar deels ook andere maatstaven;
- voor € 0,9 mln. veroorzaakt door nieuwe (decentralisatie-)uitkeringen, met name voor natuur (SNL);
- voor € 1,0 mln. veroorzaakt door de (verwachte) nacalculatie van de belastingcapaciteit over 2021.
De nacalculatie van de uitkering op basis van de gerealiseerde belastingcapaciteit (die in 2022 plaatsvindt) leidt naar verwachting tot een hogere uitkering, omdat het verdeelmodel provinciefonds rekening houdt met de werkelijke belastingopbrengst en de belastingcapaciteit in de provincie Flevoland heeft zich in 2021 ten opzichte van de andere provincies ongunstiger ontwikkeld.
6. Opcenten motorrijtuigenbelasting (MRB)
De begrotingsraming (€ 57,0 mln.), zoals bijgesteld bij de Zomernota 2021, was gebaseerd op het voertuigenoverzicht van 1 januari 2021. Uiteindelijk is de opbrengst uitgekomen op € 56,2 mln. Het verschil wordt veroorzaakt door een teruglopend aantal belastbare voertuigen in de loop van 2021, vooral als gevolg van een verdere toename van het aantal elektrische voertuigen. Elektrische voertuigen zijn vrijgesteld van (opcenten) motorrijtuigenbelasting.
7. Vrijval voorziening 'Garantstelling personeel NLE'
In 2017 is een voorziening gevormd voor eventuele regelingen voor personeel van het Nieuw Land Erfgoedcentrum bij overgang naar Batavialand. Hieraan was een einddatum verbonden van 1 mei 2022. Naar huidige inzichten is er geen reden meer deze voorziening nog aan te houden.