Reserves

Portefeuillehouder

H.J. Hofstra

Middelen

Toelichting stortingen

Een aantal reserves kent een hogere storting ten opzichte van de begroting na wijziging. De hogere stortingen passen binnen het door PS vastgestelde beleid ten aanzien van de desbetreffende reserves, zoals is vastgelegd in de nota 'Reserves & Voorzieningen 2020-2023' of nadien genomen (instellings-)besluiten. Hieronder is een toelichting opgenomen op alle reserves met een verschil > € 0,1 mln.

1. Personeel
De onderschrijding van € 0,5 mln. wordt onder meer veroorzaakt door storting van restantbudget 'Duurzame inzetbaarheid' (€ 0,14 mln.), restantbudget 'POB' (€ 0,23 mln.), restantbudget 'Participatiewet' (-/- € 0,11 mln.) en risicoafdekking van toekomstige WW-lasten door tijdelijke aanstellingen (€ 0,18 mln.). Deze bedragen zijn toegevoegd aan de reserve 'Personeel' (zie programmaonderdeel 7.4).
2. Activering vervangingsinvesteringen
Op basis van de jaarstukken 2021 heeft een herberekening plaatsgevonden van kapitaallasten van investeringen in Infrastructuur , die er toe leidt dat deze in 2021 € 0,39 mln. lager uitvallen dan verwacht werd bij de begroting 2021. De lagere lasten van de kapitaallasten vervangingsinvesteringen komen volgens de gebruikelijke werkwijze ten gunste van deze reserve.
3. Jaarlijks onderhoud infrastructuur
Onderschrijdingen en overschrijdingen binnen Jaarlijks Onderhoud (en eveneens gladheidsbestrijdingen) worden voor een groot deel bepaald door onvoorziene, niet planbare omstandigheden. Het verschil tussen de beschikbare middelen voor het jaarlijks onderhoud infrastructuur en de daaruit te dekken lasten wordt conform bestaand beleid geëgaliseerd via deze reserve (zie programmaonderdeel 6.3). Per saldo wordt er € 0,7 mln. toegevoegd aan de egalisatiereserve 'Jaarlijks Onderhoud' waarmee het maximum bedrag van deze reserve van € 0,75 mln. wordt bereikt.
4. Mobiliteit
Het verschil tussen de beschikbare middelen voor het openbaar vervoer en fietsmaatregelen (die via het Provinciefonds en via een specifieke uitkering worden ontvangen) en de daaruit te dekken kosten en investeringen wordt conform bestaand beleid geëgaliseerd via deze reserve (zie programma 6).
5. Economisch programma
De niet bestede middelen voor het 'Economisch Programma' zijn conform bestaand beleid toegevoegd aan deze reserve (zie programmaonderdeel 3.1).
6. Duurzame energie
Binnen het programma 'Energietransitie' is er op de diverse onderdelen een onderbesteding van in totaal € 0,2 mln. Niet alle opdrachten van energie hebben geleid tot uitgaven in 2021, omdat een deel van de opdrachten over het jaar heen zijn getild. Verder zijn vanwege corona veel bijeenkomsten online vormgegeven of niet doorgegaan. De afronding van deze opdrachten vinden plaats in 2022. De middelen blijven beschikbaar in de reserve ‘Duurzame energie’.
7. Informatiestrategie
De hogere storting betreft een overboeking van het restant saldo van de reserve ‘Meerjaren Aanpak Bedrijfsvoering’ naar de reserve ‘Informatiestrategie’ conform door PS vastgesteld beleid.

Voor een gedetailleerd inzicht in de reserves wordt verwezen naar bijlage 1 'Overzicht reserves en voorzieningen'.

Toelichting onttrekkingen

De aanwending van bestemmingsreserves is veelal afhankelijk van projectvoortgang en de daarmee gemoeide uitgaven. Hierdoor ontstaan verschillen in de onttrekkingen aan de reserves (indien minder is uitgegeven hoeft minder onttrokken te worden aan de reserves). De verklaringen zijn opgenomen bij de desbetreffende programmaonderdelen in deze jaarstukken. Een aantal reserves kent een overschrijding ten opzichte van de begroting na wijziging (meer onttrokken dan begroot). Deze hogere onttrekkingen passen binnen het door PS vastgestelde beleid ten aanzien van de desbetreffende reserves, zoals is vastgelegd in de nota 'Reserves & Voorzieningen 2020-2023' of nadien genomen (instelling-)besluiten. Hieronder is een toelichting opgenomen op alle reserves met een verschil > € 0,1 mln.

1. Brede Bestemmingsreserve
De onttrekking aan de 'Brede Bestemmingsreserve' is lager dan geraamd doordat de voortgang van een aantal projecten lager was dan vooraf verwacht. Voor een gedetailleerd overzicht van de gerealiseerde onttrekkingen wordt verwezen naar de toelichting op de 'Brede bestemmingsreserve' zoals opgenomen in bijlage 1 van deze jaarstukken.
2. Zuiderzeelijngelden
In 2021 is voor € 1,43 mln. minder besteed voor het programma 'Zuiderzeelijngelden'. De lasten zijn gebaseerd op de gedeclareerde bijdragen door de uitvoerende partijen. In samenhang hiermee zijn de baten voor cofinanciering € 0,013 mln. lager. Daarnaast zijn er bijna geen lasten geweest voor de beschikbaar gestelde bijdragen vanuit het Luchthavenfonds (€ 0,248 mln. lager). De middelen blijven beschikbaar in deze reserve. Alle beschikbare middelen (in deze reserve) zijn geprogrammeerd.
3. Procesgelden gebiedsontwikkeling
Dit betreft de onttrekking aan deze reserve ter dekking van de procesgelden voor Noordelijk Flevoland, Maritieme Servicehaven Noordelijk Flevoland (oormerk), Amsterdam Lelystad Airport en Markermeer/IJmeer. De lagere onttrekking wordt veroorzaakt door een lagere besteding op de genoemde onderdelen (zie programma 3).
4. p-MJP/POP
Het saldo van de uitvoeringskosten POP en de provinciale cofinanciering is € 0,95 mln. lager dan begroot. De onderbesteding wordt verrekend met de reserve 'p-MJP/POP', waardoor er per saldo minder is onttrokken.
5. Bodem
Voor bodemdaling is afgelopen jaar - onder leiding van gebiedsregisseur – hard gewerkt om tot een gedragen gebiedsproces te komen. Ondanks de belangrijke stap van een intentieverklaring is, is het gebiedsproces minder ver gevorderd ten aanzien van uitbouw en daadwerkelijke invulling van de verschillende sporen en daardoor is hier minder budget aan besteed. De leidt tot een lagere onttrekking van € 0,3 mln. aan deze reserve. Daarnaast zou aanvankelijk extra capaciteit ingekocht worden die maar beperkt in 2021 is ingevuld. Tot slot viel een geschatte raming voor een monitoring van een spoedlocatie gunstiger uit. De niet bestede middelen van € 0,1 mln. blijven beschikbaar in de reserve 'Bodem'.
6. Egalisatie gladheidsbestrijding
De gladheidsbestrijding heeft een overschrijding van € 0,74 mln. De hogere lasten in 2021 zijn een gevolg van veel sneeuwval in combinatie met veel wind. Naast de hogere lasten waren de baten eveneens hoger, als gevolg van het hoge aantal strooibeurten. Deze strooibeurten worden doorberekend aan andere gemeenten en provincies waarmee afspraken zijn gemaakt. Aan deze reserve 'Gladheidsbestrijding' is € 0,5 mln. onttrokken, waarmee het saldo van de reserve ultimo 2021 nihil is.
7. Cofinanciering EU-projecten 14-20
De lasten voor cofinanciering zijn € 0,353 mln. lager dan begroot. Dit betreft de cofinanciering van de het Kansen voor West en het INTERREG programma, voor projecten van externe organisaties in de provincie en projecten waar de provincie partner in is. Deze middelen zijn wel geprogrammeerd (vastgelegd in subsidiebeschikkingen) en zullen in volgende jaren alsnog tot besteding komen. Deze gelden blijven beschikbaar in deze reserve.
8. Nieuwe natuur
De totale lasten van het programma zijn € 0,6 mln. lager dan begroot en de baten € 0,3 mln. hoger. In 2021 zijn nog enkele percelen voor het programma 'Nieuwe Natuur' aangekocht en weer verkocht. Het saldo van de baten en lasten is € 0,2 mln. Daarnaast is door tijdelijke verpachting in 2021 nog voor € 0,02 mln. aan aanvullende inkomsten gerealiseerd. Tot slot was een last van € 2,2 mln. begroot voor bijdragen, waarvan € 0,68 mln. is gerealiseerd. Dit betreft de bijdragen aan de projecten, op basis van de voortgang die de uitvoerende organisaties hebben gerealiseerd. Hierdoor is er ook een lagere bate van € 0,5 mln., aangezien de compensatiemiddelen niet ingezet hoefden te worden.
9. Meerjaren Aanpak Bedrijfsvoering
De hogere onttrekking betreft een overboeking van het restant saldo van de reserve ‘Informatiestrategie’ naar de reserve ‘Meerjaren Aanpak Bedrijfsvoering’.
10. Duurzame energie
Binnen het programma 'Energietransitie' is er op de diverse onderdelen een onderbesteding van in totaal € 0,2 mln. Niet alle opdrachten van energie hebben geleid tot uitgaven in 2021, omdat een deel van de opdrachten over het jaar heen zijn getild. De afronding van deze opdrachten vinden plaats in 2022. Daarnaast was 2021 het eerste jaar binnen de formele samenwerkingsovereenkomst van de RES-Flevoland. De RES 1.0 is ingeleverd bij het NP-RES en van hieruit naar het PBL voor de algehele doorrekening. Dit vroeg een gerichte inzet waardoor vervolgopdrachten en/of onderzoeken vanuit de bouwstenen pas in de 2e helft van 2021 konden worden uitgedacht en uitgezet. Met name 2022 zal hierin een grote rol spelen. De middelen van € 0,25 mln. blijven beschikbaar in deze reserve. Tot slot zijn de geraamde middelen voor de subsidieregelingen 'Zon voor Asbest' en 'Kleinschalige Energie-initiatieven' niet geheel uitgenut in 2021. Deze middelen van € 0,13 mln. blijven beschikbaar in deze reserve.
11. Regiodeal Noordelijk Flevoland
De van het Rijk ontvangen middelen zijn in 2021 besteed aan de programmalijnen 'Innovatie' en 'Talent'. Ondanks dat het programma voorspoedig loopt, is er in 2021 voor € 1,597 mln. minder besteed. Deze middelen zijn wel geprogrammeerd en zullen in komende jaren tot besteding komen.
12. Artistieke Experimenten
In de Najaarsnota 2020 is in 2021 € 0,2 mln. beschikbaar gesteld voor de restauratie van het kunstwerk de Tong. in 2021 zijn onderzoeken uitgevoerd ter voorbereiding op de restauratie. De daadwerkelijke restauratie vindt plaats in 2022. Daarnaast is in 2021 en 2022 is in totaal € 0,5 mln. beschikbaar gesteld voor het grondige herstel en de verbetering van de publieke toegankelijkheid en beleefbaarheid van de collectielandschapskunstwerken. De kosten blijken volledig in 2022 te vallen; in 2021 zijn er geen kosten gemaakt voor dit onderwerp. De niet bestede middelen blijven beschikbaar in deze reserve.
13. Krachtige Samenleving
De programmering van de uitgaven sloot niet helemaal aan bij de activiteiten in 2021, grotendeels als gevolg van corona / lock down maatregelen. De niet bestede middelen uit 2021 blijven beschikbaar in deze reserve voor de uitvoering van het programma in de komende jaren.
14. Vitaal platteland
Eind mei 2021 zijn de 'Nadere regels Fonds Leefbaar Platteland' door GS vastgesteld, met een openstelling vanaf de zomer en een subsidieplafond van € 0,53 mln. voor 2021. Het beroep op de nadere regels in 2021 is beperkt gebleven door corona en verlate openstelling. Ook de middelen voor de cofinancieringsregeling en communitybuilding kennen een onderschrijding. De middelen blijven beschikbaar in deze reserve en zullen worden geherprogrammeerd in de resterende looptijd van het programma.
15. Informatiestrategie
De lagere onttrekking aan deze reserve (€ 0,3 mln.) wordt veroorzaakt doordat de inschatting voor de onttrekking in november is gemaakt, waarna bleek dat al een deel van de kosten van 2022 abusievelijk in 2021 waren geboekt. Daarnaast is een aantal verplichtingen niet tot volledige uitnutting zijn gekomen.

Voor een gedetailleerd inzicht in de reserves wordt verwezen naar bijlage 1 'Overzicht reserves en voorzieningen'.