Infrastructuur

Doel (2019-2023)

De bereikbaarheid van Flevoland is verbeterd t.b.v. het goed kunnen functioneren van onze samenleving;

Doelrealisatie
Oplossingen van de knelpunten in de bereikbaarheid van provincie Flevoland zijn voorbereid.

Activiteiten 2021

• In 2021 is (samen met de gemeenten Urk en Noordoostpolder) een verkenning uitgevoerd naar een nieuwe ontsluitingsweg Urk en hierover heeft in het college besluitvorming plaatsgevonden.
• Er is een onderzoek gedaan naar de doorstroming op kruispunten van de ringen van Almere met als tijdshorizon 2030.
• We hebben grote stappen gezet in de uitvoering van investeringsprojecten van het 'Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport' (p-MIRT jaarschijf 2021) en de 'Maatregelenlijst 2021-2025'. De belangrijkste:
  • 'Aansluiting A6 en Anthony Fokkerweg': in 2021 is de aansluiting op de A6 en de Anthony Fokkerweg succesvol afgerond en in gebruik genomen. In de loop van het jaar zijn de restpunten afgewerkt en heeft oplevering aan RWS plaatsgevonden. Alleen de grondoverdracht moet nog in 2022 plaatsvinden.
  • 'Reconstructie Hogering': deze stond in 2021 in het teken van de aanleg van de twee tunnelbakken. De werkzaamheden zijn volgens planning verlopen. Het project ligt op schema voor openstelling in februari 2023.
  • De realisatie van de Fietsbrug Waterlandseweg is nagenoeg afgerond.
  • 'Groot Onderhoud Bruggen en Sluizen': afgelopen jaar zijn de Tollebekerbrug, de Elburgerbrug, de Zwolsebrug, de Kampersluis en de Ketelsluis gerenoveerd. Hiermee zijn acht van de 16 locaties omgebouwd naar het nieuwe bedieningssysteem. De wijze waarop het vervangen van de remming- en geleidewerken en de wachtsteigers op een aantal locaties in de primaire waterkering veilig en efficiënt kan gebeuren is in nauw overleg met Waterschap Zuiderzeeland onderzocht.
  • Het project 'N307 Roggebot-Kampen', onderdeel van het 'IJsseldelta Fase 2 programma', is volop in uitvoering. Nadat in het voorjaar de voorbereidende werkzaamheden zijn begonnen, is in het najaar gestart met de bouw van de nieuwe brug over het Drontermeer en worden de eerste contouren van het infrawerk zichtbaar.
  • 'Renovatie Gooiseweg x Knardijk': in 2021 is de aannemer buiten aan de slag gegaan met het grondwerk. Een eerste mijlpaal werd begin september bereikt met de feestelijke opening van de fietsonderdoorgang in aanwezigheid van gedeputeerde Jan de Reus.
  • 'Laan van Nieuw Land' en 'de Verlengde Westerdreef': er is een verkenning opgesteld. Op basis van deze verkenning hebben PS en de Gemeenteraad van Lelystad een voorkeursoplossing vastgesteld en zijn middelen beschikbaar gesteld. Daarnaast is voor de vervolgfase een samenwerkingsovereenkomst getekend tussen de provincie en de gemeente. De provincie is in nauw overleg met de gemeente gestart met de planvoorbereiding.
  • 'Vervanging oeverconstructies': door de explosieve stijging van de bouw- en materiaalkosten is er een fors tekort op het beschikbare budget, waardoor de aanbesteding niet kon worden opgestart. Daarom is een inventarisatie uitgevoerd naar de meest risicovolle trajecten waarbij onderhoud niet verder kan worden uitgesteld. Deze staan gepland voor najaar 2022.
• We hebben afspraken gemaakt met de gebiedspartners over het verbeteren van het (snel)fietspadennetwerk als onderdeel van het Fietspadenplan en uitvoeringsagenda.

Risico
In de paragraaf 'Weerstandsvermogen en risicobeheersing' is aandacht voor de (financiële) risico’s die we lopen op enkele infrastructurele projecten en de daarbij behorende beheersmaatregelen.

Doel (2019-2023)

De kwaliteit van onze wegen is op peil en we hebben maatregelen getroffen die de (sociale) verkeersveiligheid verbeteren.

Doelrealisatie
We hebben de kwaliteit van onze wegen op peil gehouden volgens de vastgestelde kwaliteitsniveaus.

Activiteiten 2021

• We hebben jaarschijf 2021 van het 'Meerjarenprogramma Beheer en Vervanging Infrastructuur (MBVI)' uitgevoerd.
  2021 was een uitzonderlijk druk uitvoeringsjaar waarin een groot aantal reguliere infraprojecten uitgevoerd. Het gaat hier om vervanging van wegen en fietspaden, kleinere reconstructies zoals de aanleg van rotondes, voorsorteervakken voor afslagen maar ook verkeerslichten, beplanting en aanleg van walbeschoeiing, natuurvriendelijke oevers en dergelijke. De uitvoering van een aantal projecten is (deels) doorgeschoven naar 2022. Dit om uiteenlopende redenen als de beschikbaarheid van materialen, overlastbeperking in de uitvoering, nader onderzoek (droogteschade), scopewijzigingen, discussie met ‘omgeving’ over verkeersveiligheid, gewenste uitvoering en dergelijke. In algemene zin kan opgemerkt worden dat we bij de realisering van onze projecten in toenemende mate te maken hebben met een ‘mondige omgeving’. Uiteenlopende wensen en kansen die gedurende de voorbereiding worden ingebracht vragen steeds meer aandacht. Uiteindelijk komt dit het draagvlak en kwaliteit van de gekozen oplossingen ten goede maar het legt ook een behoorlijk beslag op onze capaciteit en planning. De verwachting is dat deze trend zich de komende jaren zal doorzetten en vraagt om een intensivering en heroriëntatie van de inzet en bemensing van onze projectteams.
• We hebben het 'MBVI 2022' opgesteld en de 'Maatregelenlijst' voor de periode 2022-2026 is voorbereid.
• We hebben verbeteringen van de veiligheid van provinciale wegen, fietspaden en oversteekvoorzieningen voor fietsers en voetgangers uit het p-MIRT jaarschijf 2021 uitgevoerd. Deze uitvoering hebben we gekoppeld aan groot onderhoud.
• Maatregelen voor de fiets voor het p-MIRT 2022-2026 geprogrammeerd. Zo is medio 2021 gestart met een verkenning naar een snelfietspad tussen Almere en Lelystad, als ontbrekende schakel in het fietsnetwerk binnen de Metropolitane Regio Amsterdam.
• We hebben met de regionale partners in 2021 risicoanalyses uitgevoerd en afgerond. Deze zullen de basis zijn voor het Uitvoeringsprogramma Verkeersveiligheid. Met de minister is afgesproken dat de decentrale overheden eind 2022 hun Uitvoeringsprogramma gereed hebben.
• We zijn gestart met de legalisering van beheerstroken langs provinciale wegen . In verband met onderhoud pakt de provincie het permanent oneigenlijk gebruik van stroken grond als tuin of parkeerplek door bewoners aan. De focus ligt op Noordelijk Flevoland, omdat, door de ligging van woningen direct aan wegen of fietspaden, vooral hier sprake is van oneigenlijk gebruik. Beoordeeld is per woonadres of de provincie gaat handhaven of afspraken gaat maken met de bewoner.

Toelichting

1. Bijdragen aan gemeenten
Vanuit dit budget zijn de per Flevolandse gemeente gemaximeerde, gelabelde subsidies in het kader van de Nadere regels subsidiëring verkeer en vervoer (infrastructurele werken, educatie en communicatie over verkeer en vervoer, intensivering van het fietsbeleid en impuls aan het wegennet) verstrekt. Uitnutting van dit budget is afhankelijk van de mate waarin gemeenten gebruik wensen te maken van het per gemeente gereserveerde subsidieplafond en de mate van gemeentelijke realisatie/voortgang van gesubsidieerde prestaties in het betreffende boekjaar. Het budgettair voordeel van € 0,46 mln. is gestort in de bestemmingsreserve 'Mobiliteit'.
2. Gladheidsbestrijdingen
De gladheidsbestrijding heeft een overschrijding van € 0,74 mln. De hoogte van de uitgaven zijn afhankelijk van weersomstandigheden. De hogere lasten in 2021 zijn een gevolg van veel sneeuwval in combinatie met veel wind. In seizoen 2020/2021 was er sprake van 40 strooibeurten. In seizoen 2019/2020 waren er 11 à 12 strooibeurten.
Naast de hogere lasten waren de baten eveneens hoger, als gevolg van het hoge aantal strooibeurten. Deze strooibeurten worden doorberekend aan andere gemeenten en provincies waarmee afspraken zijn gemaakt.
Aan de reserve 'Gladheidsbestrijding' is € 0,5 mln. onttrokken, waarmee het saldo van deze reserve ultimo 2021 nihil is. Omdat de onttrekking uit deze reserve onvoldoende ruimte biedt voor de dekking van de uitgaven zal een € 0,1 mln. ten laste van het rekeningresultaat worden gebracht.
3. Jaarlijks onderhoud wegen – lasten
Onderschrijdingen en overschrijdingen binnen Jaarlijks Onderhoud (en eveneens gladheidsbestrijdingen) worden voor een groot deel bepaald door onvoorziene, niet planbare omstandigheden. Voorbeelden hiervan zijn weersomstandigheden en herstel van schades. In 2021 heeft Jaarlijks Onderhoud een onderschrijding aan de lastenkant gehad van € 0,82 mln. Deze onderschrijding is ontstaan door de volgende onderdelen (x € 1 mln.):

A.   Verharding van wegen      -0,34   (weersomstandigheden)
B.   Maaien oevers         -0,26   (weersomstandigheden)
C.   Wegbermen en kavelsloten   -0,37   (eenmalig aanbestedingsvoordeel)
D.   Herstel schade         0,27   (niet-planbaar)
E.   Overige lasten         -0,12

              ------
Totaal onderschrijdingen         -0,82

De onderschrijding wordt hierna nader uiteengezet:

A.   Verhardingen van wegen. Door gunstige (niet planbare) weersomstandigheden gedurende het lente- en zomerseizoen in 2021 waren er minder verkeersmaatregelen en transportkosten nodig. Dit heeft tot een onderschrijding geleid van € 0,34 mln.
B.   Maaien oevers. Door slechte (niet planbare) weersomstandigheden (sneeuw/ijs en de lage temperatuur) in de maanden januari - maart 2021 (de winter is vanuit ecologie de beste tijd om deze werkzaamheden uit te voeren) konden werkzaamheden niet worden uitgevoerd conform het beheerplan. Deze werkzaamheden de uitgaven € 0,26 mln. zijn nu verschoven naar het 1e kwartaal 2022.
C.    Wegbermen en kavelsloten. De uitgaven zijn lager uitgevallen met € 0,37 mln. door met name een gunstige aanbesteding ten aanzien van werkzaamheden met betrekking tot wegbermen en kavelsloten. Door de toenemende prijsstijgingen worden er in 2022 geen gunstige aanbestedingen meer verwacht. Dit wordt aangemerkt als een eenmalig voordeel, gezien de huidige toenemende prijsstijgingen.
D.    Herstel schade: De herstelkosten wegens schade bedroegen € 0,27 mln. meer dan begroot. Deze uitgaven zijn niet planbaar. Conform de raamovereenkomst wordt er door de leverancier een inzet van personeel en materieel € 0,05 mln.
E.    Overige lasten. De onderschrijding van de overige lasten bedraagt per saldo € 0,12 mln.

3. Jaarlijks onderhoud wegen – baten
In 2021 heeft Jaarlijks Onderhoud een overschrijding aan de batenkant gehad van € 0,41 mln. Deze overschrijding is ontstaan door de volgende onderdelen (x € 1 mln.):

A.   Verkoop actiewagens   0,03   (eenmalig)
B.   Schade-uitkeringen      0,15   (niet-planbaar)
C.   Overige baten      0,07

           ------
Totaal overschrijdingen      0,25

Nagenoeg de gehele overschrijding is het gevolg van eenmalige en niet-planbare baten.
De overschrijding wordt hierna nader uiteengezet:
De baten zijn € 1,3 mln. hoger dan begroot. De grootste overschrijden kunnen als volgt worden verklaard:

A.    Verkoop actiewagens. In 2021 zijn een aantal oude actiewagens verkocht. De opbrengst uit verkoop bedraagt € 0,03 mln.
B.   Schade-uitkeringen. De schade-uitkeringen zijn afhankelijk van gehonoreerde schadeclaims. Dit bedrag valt niet goed te voorspellen. In 2021 is € 0,15 mln. meer ontvangen dan in 2020. In een aantal gevallen is ook het schadejaar en het uitkeringsjaar niet gelijk aan elkaar.
C.   De realisatie van de Halve aansluiting A6 is gefinancierd met een bijdrage van het Rijk. In de getekende realisatieovereenkomst heeft het Rijk hiervoor een bijdrage beschikbaar gesteld van € 19,6 mln. (inclusief btw) en een aantal aanvullende bijdragen. In de realisatieovereenkomst is opgenomen dat eventuele mee- en tegenvallers volledig ten bate respectievelijk ten laste van de provincie komen. Per eind 2021 resteert er nog een restantbudget van € 2,2 mln. Het project zal naar verwachting in 2022 worden afgerond. Binnen de verplichtingen van de overeenkomst zal er naar de huidige verwachting € 1,3 mln. nog worden uitgegeven, maar zekerheid hierover bestaat nadat het project is afgerond. Daarmee valt het resterende bedrag van € 0,9 mln. vrij ten gunste van het jaarresultaat. Voorgesteld wordt om dit bedrag te bestemmen in de 'Brede Bestemmingsreserve' met als oormerk 'Realisatie Halve Aansluiting'.
D.   Overige baten. De overschrijding van overige baten bedraagt per saldo € 0,07 mln.

Per saldo wordt er € 0,7 mln. toegevoegd aan de 'Egalisatiereserve Jaarlijks Onderhoud' waarmee het maximumbedrag van deze reserve van € 0,75 mln. wordt bereikt.

4. Kapitaallasten
Op basis van de jaarstukken 2021 heeft een herberekening plaatsgevonden van kapitaallasten van investeringen in Infrastructuur , die er toe leidt dat deze in 2021 € 0,39 mln. lager uitvallen dan verwacht werd bij de begroting 2021. De lagere lasten van de kapitaallasten vervangingsinvesteringen komen volgens de gebruikelijke werkwijze ten gunste van de reserve 'Activering Vervangingsinvesteringen'.