Openbaar vervoer

Doel (2019-2023)
De mogelijkheden voor realisatie van snelle (rail)verbindingen tussen Flevoland en de andere delen van het land zijn onderzocht.

Doelrealisatie
In 2021 is onderzoek gedaan en/of bijgedragen aan onderzoek naar de realisatie of verbetering van openbaar-vervoerverbindingen met de omliggende regio's.

Activiteiten 2021

• Als MRA-partner hebben we meegewerkt aan de studie: 'inventarisatie Gooilijn'. Het doel van deze studie is om duidelijk te maken welke ambities er zijn rondom de Gooilijn en hoe deze op korte of lange termijn mogelijk zijn. Vanuit Flevoland hebben wij onze ambitie voor een snellere OV-verbinding Almere-Utrecht met een hogere frequentie ingebracht. NS heeft toegezegd een optimalisatiestudie naar de Gooilijn te doen, deze zal in 2024 plaatsvinden.
• Provincie Flevoland is actief betrokken geweest bij een verdiepend onderzoek in het kader van het Deltaplan Noord Nederland en heeft vanuit het OV-perspectief aangegeven dat een nieuwe spoorlijn Lelystad-Groningen (Lelylijn) een goede bijdrage kan leveren aan de ontsluiting van de provincie en een verbetering is voor het landelijk OV-netwerk. De Lelylijn mag echter geen negatieve consequenties hebben voor de bestaande reizigers op de Flevo- en Hanzelijn en voor de bediening van station Lelystad Centrum met intercity's.
• Provincie Flevoland is actief betrokken geweest bij het opstellen van het Multimodaal Toekomstbeeld MRA 2040, waaronder de werkstromen HUB's en OV.
• Provincie Flevoland heeft actief bijgedragen om de gemaakte afspraken in het kader van PHS-SAAL in 2029 te realiseren.

Doel (2019-2023)
De nachtelijke bereikbaarheid van zowel Schiphol als Amsterdam Lelystad Airport is verbeterd

Doelrealisatie
Geen wijzigingen ten opzichte van 2020.

Activiteiten 2021
Voor dit project zijn in 2021 geen activiteiten uitgevoerd omdat over de datum van de openstelling van Lelystad Airport nog geen besluit is genomen. Een andere reden is dat de aanbesteding IJssel-Vecht 2023-2035, de overdracht van de concessie Lelystad naar de provincie en het instandhouden van het openbaar vervoer gedurende de coronapandemie veel ambtelijke capaciteit heeft gevraagd.

Doel (2019-2023)
De bereikbaarheid van Nationaal Park Nieuw Land is verbeterd.

Doelrealisatie
De bereikbaarheid van Nationaal Park Nieuw Land per openbaar vervoer is in 2021 gelijk gebleven.

Activiteiten 2021

• In 2021 heeft het opstellen van de ontwikkelagenda tijdelijk stilgelegen doordat NS acuut wilde acteren op overlast op en rond het spoor. In het najaar van 2021 is vervolgens het opstellen van de ontwikkelagenda voortgezet waarbij ontsluiting van NP Nieuw Land een belangrijk aandachtspunt heeft.
• In 2021 is onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van een busverbinding tussen Enkhuizen en Lelystad. Voorlopig zijn deze plannen niet tot uitvoering gebracht vanwege de teruggelopen reizigersaantallen in het gehele OV-systeem.
• In 2021 is de onderzoeksopdracht naar de haalbaarheid van een nieuwe station Lelystad-Zuid uitgewerkt en in de markt gezet, waarbij de onderzoeksfase in 2022 zal plaatsvinden.

Doel (2019-2023)
De bereikbaarheid van de kleine kernen is door slim maatwerk-OV op peil gehouden.

Doelrealisatie
Als gevolg van de coronapandemie zijn de reizigersaantallen van het openbaar vervoer begin 2021 sterk teruggelopen. Dit heeft ertoe geleid dat gedurende een deel van het jaar een beperktere dienstregeling is gereden. De bereikbaarheid van kernen en steden is gegarandeerd door wel op (nagenoeg) alle lijnen vervoer te blijven aanbieden.

Activiteiten 2021
De uitkomsten van het marktonderzoek naar de behoefte aan vraaggericht vervoer en een platform waar vervoer geboekt en betaald kan worden in de gemeente Noordoostpolder, zijn gedeeld met gemeente Noordoostpolder. De gemeente gaat begin 2022 beslissen of zij op basis van dit onderzoek een aanbesteding willen starten voor een MaaS-pilot (Mobility as a Service).

Toelichting

1. Openbaar streekvervoer
De budgettaire verschillen met betrekking tot het openbaar streekvervoer vloeien voornamelijk voort uit de reguliere concessieovereenkomst IJsselmond, in relatie tot de voorwaarden die verbonden zijn aan de 'Regeling specifieke uitkering beschikbaarheidsvergoeding regionale OV-concessies 2021'. Omdat de ter bepaling van de (netto) exploitatiebijdrage pre-corona geschatte opbrengsten in 2021' niet volledig zijn gerealiseerd, heeft hiervoor in lijn met de voorwaarden van het ministerie een per saldo kostenneutrale aanpassing (verlaging van de verantwoorde lasten én baten) plaatsgevonden ten bedrage van € 1,01 mln.
Daarnaast zijn in de jaarrekening de meest recente inschattingen met betrekking tot de uitvoering van de Regeling specifieke uitkering beschikbaarheidsvergoeding regionale OV-concessies 2021 verwerkt (kostenneutraal). Hiervoor hebben de concessiehouders naar de situatie per balansdatum op verzoek van de provincie een tussentijdse opgave gedaan, voor de provincie leidend tot lagere lasten (uit hoofde van subsidieverstrekkingen ten bedrage van € 0,48 mln.) én tegelijkertijd lagere baten (uit hoofde van de specifieke uitkering van het Rijk).
Ten slotte heeft het samenwerkingsverband van de veertien decentrale OV-autoriteiten (DOVA) eind december 2021 de definitieve Landelijke Bijdrage-Index 2021 (LBI) vastgesteld en gecommuniceerd. Als gevolg hiervan is het tarief per dienstregelingsuur (DRU) in 2021 gestegen ten opzichte van de septemberramingen, welke waren verwerkt in de provinciale begroting. Het financieel effect van deze niet begrote prijsontwikkeling (€ 0,36 mln.) is op basis van de meest recente gegevens in de jaarrekening 2021 verwerkt. Deze additionele middelen zijn onttrokken aan bestemmingsreserve 'Mobiliteit'.
2. Afwikkelingsverschillen
Het totaal budgettair voordeel ten bedrage van € 0,49 mln. is voornamelijk gevormd doordat in 2021 de vaststellingsovereenkomst met Keolis inzake de concessie IJssel-Vecht is ondertekend en tot uitkering is gekomen. Provincie Flevoland heeft uit de door de provincies totaal ontvangen vergoeding van € 2,90 mln. een compensatie ontvangen ten bedrage van € 0,48 mln. Het totaal budgettair voordeel van € 0,49 mln. is gestort in de bestemmingsreserve 'Mobiliteit'.