Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen geeft de relatie weer tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de hoogte van
de financiële risico’s, zoals deze zijn weergegeven in het risicoprofiel.
Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de provincie beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken. Deze is op te delen in incidentele en structurele middelen.
Incidentele weerstandscapaciteit
De incidentele weerstandscapaciteit geeft inzicht in de middelen, die eenmalig beschikbaar zijn om financiële
effecten van risico’s en onzekerheden af te dekken en bestaat nu uit de 'Algemene reserve' (voor zover niet
geoormerkt).
Structurele weerstandscapaciteit
De structurele weerstandscapaciteit geeft inzicht in de middelen die op structurele wijze beschikbaar kunnen
komen om financiële effecten van risico’s en onzekerheden af te dekken en bestaat uit de onbenutte
belastingcapaciteit en de stelpost voor onvoorziene uitgaven.
De weerstandscapaciteit wordt in het begrotingsjaar per 1 januari en in de jaarstukken per 31 december weergegeven.
Tabel 2.4: Weerstandscapaciteit
JV 2017 | PB 2019 | JV 2018 | PB 2020 | JV 2019 | PB 2021 | JV 2020 | PB 2022 | JV 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Incidenteel | |||||||||
Algemene reserve (vrij deel) | 21,1 | 21,4 | 21,4 | 20,8 | 20,4 | 15,5 | 21,3 | 22,2 | 22,5 |
Oormerk autoleasemaatschappijen | 0 | 0 | 0 | -9,6 | -10,3 | -9,8 | -9,1 | -8,6 | -8,4 |
Incidentele weerstandscapaciteit | 21,1 | 21,4 | 21,4 | 11,2 | 10,1 | 5,7 | 12,2 | 13,5 | 14,1 |
Structureel (jaarlijks) | |||||||||
Belastingcapaciteit | 1,5 | 1,4 | 1,4 | 1,5 | 1,8 | 1,5 | 1,5 | 1,0 | 1,0 |
Onvoorzien | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,1 | 0,1 | 0,1 |
Structurele weerstandscapaciteit | 1,7 | 1,6 | 1,6 | 1,7 | 2,0 | 1,7 | 1,6 | 1,1 | 1,1 |
Totaal | 22,8 | 23,0 | 23,0 | 12,9 | 12,1 | 7,5 | 13,8 | 14,6 | 15,3 |
x € 1 mln. |
Weerstandsvermogen
Het risicoprofiel is in Jaarrekening 2021 toegenomen ten opzichte van de Begroting 2022 (van € 9,5 mln. tot € 9,9 mln.) en dit geldt tevens voor de weerstandscapaciteit (van € 14,6 mln. tot € 15,3 mln.). Per saldo blijft weerstandsratio gelijk (1,5). Deze bevindt zich daarmee binnen de bandbreedte van 1,1 tot 2,0, zoals vastgelegd in de nota 'Risico- en weerstandsvermogen 2021'.
Tabel 2.5: Weerstandsvermogen
JV 2017 | PB 2019 | JV 2018 | PB 2020 | JV 2019 | PB 2021 | JV 2020 | PB 2022 | JV 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Risicoprofiel (A) | 16,4 | 16,4 | 16,5 | 10,9 | 9,7 | 10,4 | 9,3 | 9,5 | 9,9 |
Weerstandscapaciteit (B) | 22,8 | 23,0 | 23,0 | 12,9 | 12,1 | 7,5 | 13,8 | 14,6 | 15,3 |
Weerstandsvermogen (=B-A) | 6,4 | 6,8 | 6,5 | 2,0 | 2,4 | -2,9 | 4,6 | 5,0 | 5,4 |
Weerstandsratio (=B/A) | 1,4 | 1,4 | 1,4 | 1,2 | 1,2 | 0,7 | 1,5 | 1,5 | 1,5 |
x € 1 mln. |