Jaarrekening

Jaarrekening 2021 op hoofdlijnen

1.2 Analyse resultaat

In het jaarverslag is bij de programmaonderdelen een verschillenanalyse opgenomen met daarin een toelichting op de afwijkingen (> € 0,1 mln.) ten opzichte van de begroting na wijziging. Alle afwijkingen tezamen vormen het resultaat na bestemming van de jaarrekening 2021 en bedraagt totaal € 16,3 mln. In onderstaande tabel zijn de verschillen per programmaonderdeel opgenomen.

Tabel 1.2: Verschillen per programmaonderdeel

Programmaonderdeel

Verschil

Waarvan

 effect op

Reserves

Rekening-
saldo

1.1 Ruimtelijke ontwikkeling, wonen en landschap

1.753

1.405

348

1.2 Water

84

0

84

2.1 Landbouw & visserij

525

378

147

2.2 Natuur en landelijk gebied

4.306

3.907

399

3.1 Economische ontwikkeling

1.319

1.411

-92

3.2 Gebiedsopgaven

4.199

4.034

165

4.1 Recreatie en toerisme

504

57

447

4.2 Cultuur en erfgoed

1.409

384

1.025

4.3 Krachtige samenleving

220

130

90

5.1 Regionale energiestrategie

700

538

162

5.2 Duurzaamheid & circulaire economie

514

0

514

5.3 Milieu: lucht, bodem, geluid

903

111

793

5.4 Klimaatakkoord

31

31

0

6.1 Openbaar vervoer

555

555

0

6.2 Ontwikkeling en innovatie mobiliteit

1.006

1.006

0

6.3 Infrastructuur

2.222

1.038

1.184

7.1 Bestuur

1.504

0

1.504

7.2 Provinciale Staten

187

0

187

7.3 Algemene dekkingsmiddelen en stelposten

8.191

0

8.191

7.4 Bedrijfsvoering

1.668

506

1.162

7.5 Reserves

0

0

0

x € 1.000

Toelichting op verschillen

De belangrijkste oorzaken (effect op rekeningsaldo > € 0,25 mln.) worden hieronder kort toegelicht. Voor een toelichting op de overige verschillen wordt verwezen naar de desbetreffende programmaonderdelen.

1.1 Ruimtelijke ontwikkeling, wonen en landschap: voordelig saldo € 0,35 mln.
Dit voordelig saldo wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door:

  • Agenda IJsselmeergebied 2050 (€ 0,15 mln.): Aan de Stichting Mooi Noord-Holland in 2021 een meerjarige subsidie beschikt ten behoeve van het project Erfgoed Deal Campagne Kusten van het IJsselmeer. Door aanpassing van de wet- en regelgeving (BBV) over de lastneming van subsidies zijn de niet bestede gelden doorgeschoven naar 2022 waardoor de lasten in 2021 lager zijn uitgevallen dan begroot.
  • Lelystad Next Level (€ 0,15 mln.): Door het in 2021 achterblijven van vervolgactiviteiten voor het opstellen van een gezamenlijk uitvoeringsprogramma 'Lelystad Next Level' zijn er geen financiële bijdragen geleverd aan de proceskosten zoals is opgenomen in de Najaarsnota 2020.

2.2 Natuur en landelijk gebied: voordelig saldo € 0,4 mln.
Het voordelig saldo wordt voornamelijk veroorzaakt door het feit dat de middelen 2021 (€ 0,21 mln.) ten aanzien van toezichthouders niet aangewend. Deze middelen worden uitgegeven nadat er een samenwerkingsovereenkomst met de OFGV is opgesteld. In 2021 is gewerkt aan het opstellen van deze samenwerkingsovereenkomst. Vanaf 2022 wordt hier uitvoering aangegeven.
4.1 Recreatie en toerisme: voordelig saldo € 0,45 mln.
Begin juni 2020 is € 0,4 mln. uit het Corona Noodfonds beschikbaar gesteld voor de gastvrijheidssector van Flevoland (€ 0,26 mln. voor 2021). Behoudens wat nagekomen kosten voor regeling uit 2020 zijn er in 2021 geen kosten gemaakt. Daarnaast zijn de middelen (€ 0,09 mln.) die beschikbaar voor onderzoek en structurele maatregelen ten aanzien van de waterplantenproblematiek zijn nog niet besteed. Tot slot kent de uitvoering van het project 'Vergane Schepen' een langere voorbereiding dan verwacht (€ 0,09 mln.). De uitvoering vindt plaats in 2022.
4.2 Cultuur en erfgoed: voordelig saldo € 1,02 mln.
Dit voordelig saldo wordt hoofdzakelijk als volgt verklaard:

  • Speerpunt landschapskunst (€ 0,3 mln.): In de Najaarsnota 2020 is in 2021 € 0,2 mln. beschikbaar gesteld voor de restauratie van het kunstwerk de Tong. in 2021 zijn onderzoeken uitgevoerd ter voorbereiding op de restauratie. De daadwerkelijke restauratie vindt plaats in 2022. Daarnaast is in 2021 en 2022 in totaal € 0,5 mln. beschikbaar gesteld voor het grondige herstel en de verbetering van de publieke toegankelijkheid en beleefbaarheid van de collectielandschapskunstwerken. De kosten blijken volledig in 2022 te vallen.
  • Coronamaatregelen (€ 0,32 mln.): De nadere regels amateurkunstverenigingen en culturele instellingen zijn niet volledig ingezet en kennen een onderschrijding van in totaal € 0,056 mln. De cofinancieringregeling betreft een doorlopende regeling. De niet bestede middelen van € 0,267 mln. in 2021 worden doorgeschoven naar 2022.
  • Batavialand: (€ 0,19 mln.) Voor 2021 is € 0,3 mln. beschikbaar gesteld voor de aanpak ontwikkeling Batavialand. Een deel van deze kosten is besteed aan de inhuur van een kwartiermaker en het uitvoeren van onderzoeken. De resterende middelen zullen in 2022 worden uitgegeven aan een ruimtelijk ontwerp en aan procesbegeleiding.

5.2 Duurzaamheid & circulaire economie: voordelig saldo € 0,51 mln.
In 2021 had de provincie te maken met dezelfde omstandigheden als in 2020; door de pandemie hebben minder contactmomenten plaatsgevonden met ondernemers en andere partners, hierdoor zijn er minder kosten gemaakt dan voorzien. Ook bestond het voornemen om in 2021 een subsidieregeling te ontwikkelen voor stimulering van Circulaire Economie. Door verminderde personele inzet heeft dit niet kunnen plaatsvinden.
5.3 Milieu: lucht, bodem, geluid: voordelig saldo € 0,79 mln.
Dit voordelig saldo wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door:

  • Omgevingsdiensten (€ 0,097 mln.): Het rekeningresultaat van OFGV over 2021 is gestort naar de partners. Het Flevolandse deel in het resultaat is € 0,097 mln.
  • Subsidie verbeteren van de geluidwering van woningen (€ 0,38 mln.): De subsidieregeling uit 2019 is in 2021 geëvalueerd. Om het animo te laten toenemen is de regeling op details aangepast. Ook de belangrijkste doelgroep (300 brieven) is geattendeerd op de mogelijkheid van subsidie. Echter omdat nog steeds de regeling een aantal eisen stelt en de eigen bijdrage tot € 0,01 mln. kan oplopen, is er dit jaar beperkt aantal aanvragen ontvangen.

6.3 Infrastructuur: voordelig saldo € 1,18 mln.
De onderschrijding op de lasten van € 0,82 mln. wordt hoofzakelijk als volgt verklaard:

  • Verhardingen van wegen (€ 0,34 mln.): Door gunstige (niet planbare) weersomstandigheden gedurende het lente- en zomer seizoen in 2021 waren er minder verkeersmaatregelen en transportkosten nodig.
  • Maaien oevers (€ 0,26 mln.): Door slechte (niet planbare) weersomstandigheden (sneeuw/ijs en de lage temperatuur) in de maanden januari - maart 2021 konden werkzaamheden niet worden uitgevoerd conform het beheerplan. Deze werkzaamheden de uitgaven zijn verschoven naar 2022.
  • Wegbermen en kavelsloten (€ 0,37 mln.): De uitgaven zijn lager uitgevallen door met name een gunstige aanbesteding ten aanzien van werkzaamheden met betrekking tot wegbermen en kavelsloten. Dit wordt aangemerkt als een eenmalig voordeel, gezien de huidige toenemende prijsstijgingen.
  • Herstel schade (€ 0,27 mln.): De herstelkosten wegens schade bedroegen € 0,27 mln. meer dan begroot. Deze uitgaven zijn niet planbaar.

De baten zijn € 1,3 mln. hoger dan begroot. De grootste overschrijdingen kunnen als volgt worden verklaard:

  • Schade-uitkeringen (€ 0,15 mln.): De schade-uitkeringen zijn afhankelijk van gehonoreerde schadeclaims. Dit bedrag valt niet goed te voorspellen. In 2021 is. meer ontvangen dan in 2020. In een aantal gevallen is ook het schadejaar en het uitkeringsjaar niet gelijk aan elkaar.
  • Binnen de verplichtingen van de overeenkomst van het project 'Halve aansluiting A6' zal er naar de huidige verwachting € 1,3 mln. nog worden uitgegeven, maar zekerheid hierover bestaat nadat het project is afgerond. Daarmee valt het resterende bedrag van € 0,9 mln. vrij ten gunste van het jaarresultaat. Voorgesteld wordt om dit bedrag te bestemmen in de 'Brede Bestemmingsreserve' met als oormerk 'Realisatie Halve Aansluiting'.

7.1 Bestuur: voordelig saldo € 1,5 mln.
Dit voordelig saldo wordt voornamelijk veroorzaakt door:

  • Voorziening 'APPA' (€ 0,73 mln.): Jaarlijks wordt op balansdatum bepaald in hoeverre een onttrekking of storting aan de voorziening 'APPA' (pensioenen (oud) GS-leden) gedaan dient te worden om de toekomstige verplichtingen te kunnen dekken. Een externe pensioenuitvoerder stelt op basis van actuariële berekeningen vast in hoeverre een storting of onttrekking noodzakelijk is. Er bleek ruim € 0,4 mln. te kunnen worden onttrokken waar ruim € 0,3 mln. als storting geraamd was.
  • Representatie GS (€ 0,15 mln.): Mede vanwege corona zijn de GS-representatie kosten flink lager dan in 2020 en daarvoor. Veel zaken worden digitaal of anders gedaan dan voorheen, waardoor bijvoorbeeld reis- en verblijfkosten lager zijn. Het is lastig in te schatten hoe deze kosten zich ontwikkelen de komende jaren.

7.3 Algemene dekkingsmiddelen en stelposten: voordelig saldo € 8,19 mln.
Dit voordelig saldo wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door:

  • Nieuw beleid (€ 0,75 mln.): Dit budget was beschikbaar voor nieuwe initiatieven. Daarbinnen waren enkele oormerken opgenomen voor specifieke onderwerpen die nog nadere uitwerking of besluitvorming behoefden. Het beschikbare budget is niet volledig ingezet.
  • Stelpost onzekerheden (€ 1,95 mln.): Deze stelpost was met name bedoeld als risicobuffer voor tegenvallende opbrengsten uit de opcenten op de motorrijtuigenbelasting bij toenemende elektrificering van het voertuigenbestand. Dit risico is ook opgetreden, waardoor de inkomsten uit opcenten MRB € 0,84 mln. zijn achtergebleven bij de raming. Omdat de werkelijke omvang pas aan het einde van het jaar blijkt, is hiervoor geen begrotingswijziging meer gemaakt.
  • Provinciefondsuitkering (€ 4,65 mln.): De geraamde provinciefondsuitkering is voor het laatst bijgesteld bij de Zomernota 2021 en was gebaseerd op de septembercirculaire 2020. Nadien zijn de mei-, september- en decembercirculaire 2021 verschenen. De effecten van deze circulaires zijn niet meer in de begrotingsraming verwerkt. Uiteindelijk is de uitkering circa € 4,6 mln. hoger uitgevallen dan de raming.
  • Opcenten MRB (-/- € 0,88 mln.): De begrotingsraming (€ 57,0 mln.), zoals bijgesteld bij de Zomernota 2021, was gebaseerd op het voertuigenoverzicht van 1 januari 2021. Uiteindelijk is de opbrengst uitgekomen op € 56,2 mln.
  • Vrijval voorziening NLE (€ 1,0 mln.): In het verleden is een voorziening gevormd voor eventuele regelingen voor personeel van het Nieuw Land Erfgoedcentrum bij overgang naar Batavialand. Hieraan was een einddatum verbonden van 1 mei 2022. Naar huidige inzichten is er geen reden meer deze voorziening nog aan te houden.

7.4 Bedrijfsvoering: voordelig saldo € 1,16 mln.
Het voordelig rekeningsaldo wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door:

  • Salarislasten (€ 0,48 mln.): Niet (direct) ingevulde vacatures en lagere lasten inhuur.
  • Financiële en juridische adviezen: (€ 0,2 mln.): De provincie Flevoland kent een aantal ad-hoc budgetten voor financieel en juridisch advies voor bijvoorbeeld procesvertegenwoordiging of quick-scans. Deze zijn in 2021 minder benut dan geraamd.
  • Hogere kapitaallasten door stelselwijziging (-/- € 0,45 mln.): In 2021 is de nieuwe financiële verordening vastgesteld waarbij afschrijvingstermijnen zijn aangepast. Dit leidt in 2021 tot verschillen ten opzichte van de begroting. Vanaf 2022 zijn deze aangepaste afschrijvingen in de begroting verwerkt.
  • Salarisvergoeding van derden (€ 0,33 mln.): De inkomsten vanuit detacheringen waren € 0,15 mln. hoger dan geraamd. Daarnaast heeft de doorbelasting van salarissen aan de Randstedelijke Rekenkamer € 0,1 mln. meer opgebracht dan geraamd.

Voor een nadere toelichting op de bedrijfsvoeringsactiviteiten wordt verwezen naar onderdeel II Programmaverantwoording, paragraaf 7.4 Bedrijfsvoering.

Deze pagina is gebouwd op 04/14/2022 11:31:01 met de export van 04/14/2022 10:46:27